Klei

Klei bestaat in feite uit vele soorten mineralen. Er zijn vele samenstelling. Voor keramiek worden kleisoorten als potklei en beekklei gebruikt. Aan de klei worden fijne steendeeltjes toegevoegd, de chamotten. Deze zijn vanaf fijn gemalen poeder tot korrels van 2mm of zelfs groter.  De fijnere fracties tot het formaat van een grove zandkorrel worden vooral gebruikt als versterking in boetseerklei, door zachte klei te mengen met fijne korrels chamotte voor fijn boetseerwerk of door zachte klei te mengen met grove chamottekorrels voor grover en sterker boetseerwerk. Ook wordt deze chamotte wel gebruikt bij bronsgieten met de verloren wasmethode, om de gispvormen waarin gegoten wordt vuurvast te maken.

Keramiek en dan vooral aardewerk heeft gedurende vele duizenden jaren een belangrijke rol gespeeld in de menselijke geschiedenis. Omdat het materiaal slecht verweert, zijn overblijfselen van aardewerken voorwerpen een belangrijke bron van informatie. De stijl en de technologie van het aardewerk veranderen in de loop de jaren, waardoor aardewerken scherven en voorwerpen ook goed gebuikt kunnen worden voor het dateren van een bepaalde vindplaats of laag. Er zijn dan ook allerlei culturen naar aardewerkvormen genoemd.

We spreken van aardewerk als het werk is gebakken tot een temperatuur tot 1100 graden Celsius.

Je koopt klei in broden van 10 kg. Klei is verkrijgbaar in verschillende kleuren. Afhankelijk van het object dat ik wil maken gebruik ik verschillende soorten chamotteklei. Ik werk het meeste met witte klei.